Een huiskamer vol gezelligheid. Jongeren die vanaf de bank tv aan het kijken zijn. Anderen zijn op hun kamer, want het huiswerk voor morgen moet op tijd af zijn. Het is het eind van de middag, de geuren van lekker eten komen uit de keuken. Ook daar zijn jongeren druk in de weer. Ze koken voor een man of vijftien.
Het verhaal hierboven had zich kunnen afspelen in veel Nederlandse huizen. Vrienden die gezellig bij elkaar kruipen, met elkaar gaan gamen of elkaar helpen met huiswerk. Maar het gaat in dit geval om een andere groep: veertien jonge alleenstaande vluchtelingen die in ons land mogen blijven. Zij hebben enkele weken terug hun intrek genomen aan de Wolfsbosingel in Beuningen. Dat is voorlopig hun thuis. Samen met onze burgemeester ging ik er vorige week op bezoek. Niet alleen om een praatje te maken met de jongeren zelf, maar ook om te zien hoe voogdijorganisatie Naast de groep begeleidt. En ik kan u vertellen: dat doet die organisatie erg goed! Na een hartelijke ontvangst ging het al snel over de jongens zelf. Verhalen over hun achtergrond, de reis naar ons land én dromen over de toekomst kwamen voorbij. Dat gebeurde al voor een groot deel in het Nederlands, omdat de meeste jongeren al een tijdje in ons land verblijven en hier naar school gaan.
Met een goed gevoel vertrok ik even later. Onderweg terug naar het gemeentehuis dacht ik terug aan de kritische geluiden die klonken toen we de komst van de jonge vluchtelingen bekendmaakten. Sommige inwoners waren bang voor hun eigen veiligheid; er was een online petitie die opriep om de jongeren elders te huisvesten. Nu ze er eenmaal zijn, horen we – gelukkig – andere geluiden. Oók vanuit de buurt zelf. Daar ben ik blij om. De angst voor het onbekende is onterecht gebleken. Laten we dát vooral als les meenemen voor de opvang van jonge vluchtelingen aan de Schoenaker in Beuningen.
Frans Houben
Wethouder