Buren van de aardbeienkwekerij aan de Molenstraat in Winssen hebben
bezwaar gemaakt tegen de aan de kwekerij verleende omgevingsvergunning.
Het bouwplan betreft de verbouw van een bestaande veldschuur in
tijdelijke huisvesting voor tijdelijke seizoenarbeiders uit Polen.De aardbeienkwekerij heeft voornamelijk seizoensgebonden arbeid, waarbij het seizoen loopt van mei tot en met oktober. Volgens de eigenaar heeft het bedrijf in deze periode extra medewerkers nodig.
Omdat de opstallen niet gebruikt mogen worden voor huisvesting van tijdelijke werknemers heeft het college voor het strijdige gebruik een omgevingsvergunning verleend. Hiertegen maken de buren bezwaar. De bezwaren en argumenten zijn o.a. de locatie van de gecreëerde woonruimte, mogelijke waardedaling van de woning en eventuele verpaupering van het dorp indien ook andere fruittelers uit het dorp huisvesting voor hun werknemers zouden willen. De commissie voor bezwaarschriften heeft in haar advies naar het college aangeven dat genoemde argumenten onvoldoende gebleken zijn.
Omdat de bezwaarmakers een melkveehouderij hebben, mogen zich, op grond van de Wet geurhinder en veehouderij, binnen een straal van 100 meter van het bedrijf geen geurgevoelige objecten bevinden.
Op advies van de commissie heeft het college besloten om te onderzoeken of geuraspecten alsnog een belemmering voor het bouwplan zijn en om nader te onderzoeken of een akoestisch onderzoek vereist is. Ook wordt onderzocht of en welke maatregelen genomen moeten worden voor het woon- en leefklimaat van het onderkomen van de seizoenarbeiders. Dit alles zal middels de bezwaarschriftenprocedure uitgevoerd worden wat o.a. inhoudt dat ook alle partijen opnieuw gehoord worden.
