Soms suddert iets heel lang en komt het ineens tot een uitbarsting. Dat gebeurde op een zondagochtend terwijl ik met de hond aan het wandelen ben. Dit zijn fijne uurtjes op een dag. Je kunt je gedachten laten gaan en door de heerlijke natuur lopen langs de rivier. En op het moment dat ik vanaf de dijk naar beneden loop verzamelt het gevoel zich vanuit mijn buik en borrelt zo mijn hoofd in. Van opluchting dat ik eindelijk weet wat ik wil stromen de tranen over mijn gezicht.
Na jaren als directiesecretaresse te hebben gewerkt heb ik besloten een ander pad te gaan bewandelen. Dit ging niet zonder slag of stoot. Vorig jaar ging het al niet echt lekker, lichamelijke klachten, maar ook op het werk liepen dingen spaak. Was dit wel wat ik nog langer wilde doen. En als ik dit niet meer wilde wat dan. Gelukkig heb ik een leidinggevende die me veel ruimte gunt en was ik in de mogelijkheid om me te laten coachen.
Die coachingssessies waren niet makkelijk. Door middel van EMDR werkte we de gevestigde patronen mijn systeem uit en zorgde dat er betere suggesties in mijn onderbewuste geplaatst werden. Vlak voordat ik mijn laatste sessie had, brak in Nederland het coronavirus uit. Dat betekende voor de organisatie waar ik voor werk, alle hens aan dek. En op verzoek van mijn leidinggevende ging ik er volle bak in. Na twee dagen zei ik tegen hem. Wat fijn die corona, ik heb het gevoel dat ik van nut kan zijn en dat was wat ik op dat moment nodig had. De organisatie werkte totaal anders dan normaal, we moesten op elkaar rekenen en zorgen dat alles in goede banen geleid wordt. Dat geeft een fijn saamhorigheidsgevoel. Korte lijnen en snel doorpakken is in zo’n crisissituatie noodzakelijk. Daar vaar ik wel bij.
Begin juli begint de rust terug te keren en kunnen wat zaken terug naar normaal. Dat betekende ook dat ik weer aan de gang ging met mijn oude werkzaamheden. Maar er knaagt wel iets in mijn binnenste. Waar ligt mijn uitdaging en is die hier nog wel mogelijk? Maar als die er niet is, wat ga ik dan doen. Mijn leidinggevende gaat op vakantie en ik pak wat zaken voor andere afdelingen op die blijven liggen en waar niemand nu aan toe komt.
Tot op die zondagochtend in augustus. Het is me duidelijk, zo wil ik niet verder. Ik wil het verschil maken en heb het gevoel dat ik dit niet meer kan waar ik nu werk. Die woensdag erna komt mijn leidinggevende weer op kantoor. Na eerst de bijzonderheden, die gebeurd zijn tijdens zijn vakantie, doorgenomen te hebben vertel ik hem dat ik op zoek ga naar een andere baan. Hij kijkt ervan op, maar gunt me een fijne werkplek en geeft ook aan dat als ik hulp nodig heb dat ik altijd bij hem aan kan kloppen.