Beuningen is geen eiland meer

William van de Akker van Het Dijkmagazijn Beuningen ziet kansen en
wil die benutten. Helaas is de laatste tijd de belangstelling van
scholen in het Dijkmagazijn teruggelopen en William zet zijn
creativiteit in om dat een halt toe te roepen. Daarnaast focust hij op
het  verstevigen van de andere belangrijke pijler: Het Bezoekerscentrum.

Door: Hans Straten

Van de Akker (bioloog en journalist) is alweer sinds 1996 verbonden aan Het Dijkmagazijn Beuningen.  Met meer dan 50 vrijwilligers levert Het Dijkmagazijn onder andere een belangrijke bijdrage in natuur- en milieueducatie aan scholen in het Land van Maas en Waal in de vorm van practicum en praktijk.

Scholen bepalen de vraag en Het Dijkmagazijn levert op maat. Van de Akker maakt in de lesprogramma’s  gebruik van locaties zoals de Beuningse uiterwaarden, plaatselijke melkveebedrijven,  fruitbedrijven, het Roodslag en de Heemtuin uit Druten. Soms ook een nabij gelegen park vlakbij de school. Leren in de praktijk motiveert en heeft een meerwaarde. De meerwaarde die Het Dijkmagazijn aan het natuuronderwijs levert staat niet ter discussie, De verminderde belangstelling komt door het overvolle lesprogramma en de zware belasting van de docenten. William anticipeert hierop door het lesprogramma te  vernieuwen en te verbeteren. Het geheel moet een ‘Schwung’ krijgen. De gemeente blijkt een waardevolle partij voor Het Dijkmagazijn te zijn.

Techniek
Van de Akker ziet kansen door een participatie  met techniek aan te gaan. Traditioneel liggen bij techniek de aandachtsvelden op overbrengingen (tandwielen), elektriciteit, bewegingen en dergelijke. Het Dijkmagazijn wil samen met techniek een stap maken naar biotechnologie. Hij heeft contacten met de Universiteit van Wageningen om expertise in te zetten. Van de Akker denkt bijvoorbeeld aan plantveredeling,  maar het kan ook gaan over voeding of kleding. 

Klein
Het Dijkmagazijn Beuningen is proportioneel klein, maar heeft stevige lijntjes met collega instituten. Van de Akker ziet, zeker in moeilijke tijden, voordelen van een kleine organisatie.  Hij somt probleemloos collega-plaatsen op, die in zwaar weer terecht gekomen zijn. “De kleine setting en fantastisch support van het bestuur en vrijwilligers, maakt dat wij een grote slagkracht hebben en snel kunnen reageren op veranderingen”

Bezoekerscentrum
“Je ziet een toenemende stroom van bezoekers uit Nijmegen. Ongetwijfeld speelt de nieuwe brug daarin een rol en daar kun je van alles van vinden, maar dat is niet belangrijk. Je moet de kansen nemen en vooral anticiperen op wat komt. Verstandig is om al direct in Weurt de route anders in te richten. Het moet niet gaan als in de Ooij. We willen keuzes bieden: een struinroute door de uiterwaarden en een route over de oeverwallen. Daarmee halen we drukte van de dijk af.”
 
“Het rivierengebied lijkt in rust en te slapen. Het lijkt zo onveranderlijk, maar dat is een illusie.  Door de dynamiek van een snelle groei past het landschap zich in no time  weer aan. 5  jaar geleden zag het er hier heel anders uit.  Onlangs heeft er een enorme houtkap plaatsgevonden en nu is men bezig met de nevengeul. Over een jaar kun je van deze  ingrepen niets meer waarnemen en lijkt het of het altijd zo geweest is. Kijk je op oude kaarten dan zie je de veranderingen, maar loop je hier, dan lijkt het gebied te slapen. Een ware illusie”  zegt van de Akker.

Samen met vele partners is het gebied ingericht en gevormd tot wat het nu is. Een bepalende speler is Free Nature.  Zij beheren de  begrazing van het gebied en bepalen hiermee in grote mate  het biotoop en dus indirect het programma van Het Dijkmagazijn. William waardeert de samenwerking met alle partners en illustreert dat door een plan van het Historisch Besef. Deze organisatie wil binnenkort in samenwerking met de ‘overkant’  tot historische theater in de uiterwaarden komen.  Ontwikkelingen waar William naar uitkijkt.

Het Dijkmagazijn heeft een niet weg te denken functie in het Beuningse verworven. Burgers, groepen, bedrijven, kinderen en vele anderen, hebben onder begeleiding kennis gemaakt met natuur, milieu en avontuur. In het najaar bezoeken de kleintjes het sprookjesbos in het Roodslag. Op de route worden dan verhalen voorgelezen en de kinderen zien de kabouterwereld in het echt en er wordt gefluisterd dat kinderen dingen kunnen zien, die volwassenen niet kunnen zien. Je moet alleen wel zachtjes praten.
Op woensdagmiddagen komen de WaalWoemi’s (kinderen tussen 7 en 12 jaar) om bijvoorbeeld hutten te bouwen, te struinen of om detective te zijn. De jongelui doen onderzoek aan de hand van botresten om te zien welk dier het slachtoffer is en wie mogelijk de moord gepleegd kan hebben.   

gayq8verkmnmu7bj15fu80q1c

instructie aan Waalwoemi’s
aybse0qutg87xgu5eai2i81l5

 Het Dijkmagazijn als bezoekerscentrum groeit in populariteit maar”, stelt van de Akker “educatie blijft belangrijk voor ons.”

Mede door William van de Akker is Beuningen geen eiland meer.

Cookieinstellingen